De commissie, onder leiding van Tom de Swaan, oud-bestuurder van ABN Amro en
de Nederlandsche Bank, onderzocht de beschikbaarheid van krediet voor het
midden- en kleinbedrijf. Ze deed dat in opdracht van minister Verhagen van
Economische Zaken.

Verhagen heeft het eindrapport
van de commissie maandag 20 juni naar de Tweede Kamer gestuurd.

Volgens de commissie zijn er ‘structurele fricties’ in de financiering van het
mkb. Ze adviseert alternatieven voor bankkredieten serieus te onderzoeken.
Je kunt denken het opzetten van een informele beurs voor mbk-bedrijven of
het opnieuw leven blazen in de markt voor onderhandse leningen. Vermogende
particulieren of families zouden ook een bron kunnen zijn.

De commissie suggereert ook de oprichting van ‘credit unions’, een soort
coöperatie zoals die wel in Angelsaksische landen bestaat, en waarbinnen
bedrijven en particulieren sparen en lenen.

Een andere aanbeveling is het maken van een zogeheten standaard
bedrijfsrapportage. Die zou op een vaste wijze bedrijfsgegevens bevatten,
wat de beoordeling van een kredietaanvraag makkelijker maakt. Nu krijgen
banken vaak onvolledige informatie.

Kleine bedrijven zijn vaak volledig afhankelijk van hun huisbankier voor een
krediet: die beschikt over alle kennis van het bedrijf. "Om het
negatieve effect van dit informatiemonopolie te doorbreken, valt te
overwegen een centraal informatieregister in te voeren", schrijft de
commissie. Dat bestaat al in Duitsland en Italië. Dat register bevat
financiële cijfers van een bedrijf. Als de ondernemer zijn fiat geeft, kan
een andere bank inzage krijgen in het register en zo ook een kredietaanvraag
beoordelen. Dat bevordert de concurrentie.

Volgens De Swaan moeten kleine bedrijven zich wel realiseren dat het afwijzen
van de financiering doorgaans te maken heeft met 'hoge risico's en relatief
hoge 'transactiekosten' in verhouding tot de hoogte van het krediet. Met
andere woorden: het werk dat een bank moet doen voor een klein krediet is
vaak net zo veel als voor een groot krediet.

Niettemin zegt de commissie dat de financiering van bijvoorbeeld jonge
innovatieve ondernemingen wel degelijk "reden tot zorg" geeft.

De commissie baseert zich gedeeltelijk op bevindingen van het EIM, een
onderzoeksinstituut voor het mkb. Daaruit bleek al dat 57 procent van het
kleinbedrijf erin slaagt financiering te krijgen, tegen 70 procent van het
middenbedrijf en 80 procent van het grootbedrijf.

Maar deze cijfers vertekenen nog: áls een klein bedrijf erin slaagt krediet te
krijgen, is dat vaak slechts een deel van de gevraagde financiering. Wie een
bedrijf in de bouw, horeca of handel heeft, krijgt relatief nog moeilijker
het gevraagde krediet.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl